Belastingvermindering voor dakisolatie
Onder bepaalde voorwaarden kunt u een belastingvermindering krijgen voor uitgaven die u doet voor dakisolatie. De belastingvermindering bedraagt 30% van het factuurbedrag. Er geldt wel een maximumbedrag.
Deze belastingvermindering is in 2017 afgeschaft, maar er is wel nog een overgangsmaatregel: u kunt nog een belastingvermindering krijgen voor werken in 2017 als u voldoet aan bepaalde voorwaarden (zie Voorwaarden).
Voorwaarden
- Het moet gaan om een gebouw, of een gedeelte van een gebouw, met een woonfunctie (eengezinswoning, appartement, studio), waarvan u eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker of huurder bent. Het is niet vereist dat u zelf in de woning woont.
- De woning moet minimaal 5 jaar in gebruik zijn als woning bij de start van de werken.
- Als de zolder onbewoonbaar is, dan mag u ook de zoldervloer of het plafond van de bovenste verdieping laten isoleren.
- De dakisolatie moet worden geplaatst door een aannemer.
- De aannemer moet een aantal gegevens op de factuur (of in bijlage) vermelden.
- Enkel uitgaven die noodzakelijk zijn voor de isolatie van het dak komen in aanmerking voor de belastingvermindering:
- het isolatiemateriaal (tenzij u dit zelf hebt gekocht)
- het materiaal dat noodzakelijk is om het isolatiemateriaal te bevestigen, zoals lijm, profielen, houten kaders (tenzij u dit zelf hebt gekocht)
- de uitgaven voor de plaatsing van het isolatiemateriaal, zoals de werkuren van de aannemer
- andere uitgaven komen dus niet in aanmerking, zoals dakpannen, roofing, golfplaten, afwerkingsmaterialen (bijv. gipskarton of vezelplaten), de verwijdering of vervanging van zwakke balken of gebinten, enzovoort.
- U kunt de belastingvermindering meermaals krijgen, bijvoorbeeld als u dakisolatie plaatst in een andere woning.
- Bij een betalingsdatum van de factuur tot eind 2016: het isolatiemateriaal moet een warmteweerstand (Rd-waarde) hebben van minstens 2,5 m²K/W (vierkante meter kelvin per watt). Het aantal centimeter isolatiemateriaal dat nodig is om een bepaalde Rd-waarde te halen, is afhankelijk van het type materiaal dat gebruikt wordt.
Voorwaarden overgangsmaatregel 2017
Bij een betalingsdatum van de factuur tot eind 2017 is er alleen een belastingvermindering mogelijk als u ook aan de 4 onderstaande voorwaarden voldoet.
- U moest een aannemingsovereenkomst gesloten hebben uiterlijk op 31 december 2016 (een gehandtekende bestelbon of een schriftelijke bevestiging van een offerte geldt als bewijs).
- U moest een voorschot gestort hebben uiterlijk op 31 december 2016 (het is de datum van de betaalopdracht die telt). Het bedrag van het voorschot is overeen te komen met de aannemer, er is geen minimumbedrag. U mag het voorschot cash betalen of per storting, maar u moet het wel kunnen bewijzen (bijv. via een ontvangstbewijs of een rekeninguittreksel).
- U moest de facturen betaald hebben uiterlijk op 31 december 2017.
- Het isolatiemateriaal moet een warmteweerstand (Rd-waarde) hebben van minstens 4,5 m²K/W (vierkante meter kelvin per watt). Het aantal centimeter isolatiemateriaal dat nodig is om een bepaalde Rd-waarde te halen, is afhankelijk van het type materiaal dat gebruikt wordt.
Procedure
U moet 30% van het totaalbedrag (incl. btw) van uw investeringen in dakisolatie (of zoldervloerisolatie) invullen op uw belastingaangifte. In de aangifte in de personenbelasting is er een specifieke rubriek voor de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven.
Het is de de datum van de betaalopdracht die bepaalt voor welk inkomstenjaar de factuur ingediend kan worden (dus niet de factuurdatum).
- Wie de factuur betaald heeft in 2016, kon het inbrengen voor het aanslagjaar 2017.
- Wie de factuur betaald heeft in 2017, kon het inbrengen voor het aanslagjaar 2018.
Let wel: voor facturen in 2017 moest er een bewijs van aannemingsovereenkomst zijn ten laatste op 31 december 2016 en moest ook het voorschot gestort zijn ten laatste op 31 december 2016.
Voorschot inbrengen?
Hebt u de restfactuur betaald in het jaar dat volgt op het jaar waarin u het voorschot hebt betaald? Dan brengt u eerst het voorschot in, en het jaar daarna de restfactuur.
Voorbeeld: u betaalde het voorschot in 2016 en de restfactuur in 2017.
- Waren de werken beëindigd op het moment dat u de belastingaangifte moest indienen (inkomstenjaar 2016, aanslagjaar 2017)? Dan kon u het voorschot dat u in 2016 betaalde inbrengen in uw aangifte voor aanslagjaar 2017.
De rest van de factuur, die u betaald hebt in 2017, moest u dan inbrengen in de aangifte van aanslagjaar 2018 (inkomstenjaar 2017) - Waren de werken niet beëindigd op het moment dat u de belastingaangifte moest indienen (inkomstenjaar 2016, aanslagjaar 2017)? Dan kon u het voorschot dat u in 2016 betaalde niet opnemen in uw aangifte voor aanslagjaar 2017. U moest dan zodra de werken waren uitgevoerd en u de eindfactuur had ontvangen, een rechtzetting vragen van uw belastingaangifte voor aanslagjaar 2017 (binnen de bezwaartermijnen).
De rest van de factuur, die u betaald hebt in 2017, moest u dan inbrengen in de aangifte van aanslagjaar 2018 (inkomstenjaar 2017).
Documenten
U moet de volgende documenten ter beschikking houden van de FOD Financiën:
- de facturen van de werken die aan de basis liggen van de uitgaven
- het betalingsbewijs van de bedragen die op die facturen voorkomen
- de documenten die aantonen dat de woning bij het begin van de werken ten minste 5 jaar in gebruik is.
Meebrengen
Bedrag
Het is de datum van de betaalopdracht die bepaalt voor welk inkomstenjaar de factuur ingediend kon worden (en dus niet de factuurdatum).
- Voor inkomstenjaar 2016 (aanslagjaar 2017) bedraagt de vermindering 30% van de betaalde factuur (incl. btw) met een maximum van 3.070 euro per woning.
- Voor inkomstenjaar 2017 (aanslagjaar 2018) bedraagt de vermindering 30% van de betaalde factuur (incl. btw) met een maximum van 3.130 euro per woning.
Als u het maximumbedrag bereikt hebt, dan mag u het resterende deel van het bedrag niet overdragen naar de volgende jaren.
Uitzonderingen
Komen niet in aanmerking:
- kamers in gemeenschappelijke gebouwen (kloosters, klinieken, hospitalen, weeshuizen ...)
- studentenkamers
- kamers voor seizoenarbeiders
- gebouwen (of een gedeelte ervan) die door hun aard uitsluitend voor beroepsdoeleinden in aanmerking komen (winkels, magazijnen …).